Maes Sidon August [Mannelijk] g. 7 Sep 1919 Kruibeke, , , - o. 13 Dec 2001 Ambikapur (India), , ,
Bron
Titel: Doodsprentje
Bron
Titel: Doodsbrief
r Indië vertrokken (Ranchi-missie). Op 80-jarige leeftijd heeft hij nog een nieuwe missiepost gesticht bij een met uitsterving bedreigde stam in de bossen, voor de oprichting van een schooltje, hospitaaltje, enz. De dichtst bijzijnde telefoon ... op 110 km.
Op 6 december 2000 is hij weer vertrokken. Voor de laatste keer ?...
- Een uitvoeriger c.v. op het gedachtenisprentje, dat in de mis op 12.01.2002 in Melsele werd uitgereikt.
- Zie ook (de kopie van) zijn doodsbrief.
BIOGRAPHY: Op zijn doodsbrief:
"Ingetreden in het noviciaat van de Paters Jezuïeten te Drongen op 8 september 1939.
Vertrokken naar India als missionaris op 18 augustus 1946.
Aldaar priester gewijd op 3 december 1951 in Poona.
Overleden, na 55 jaren gewerkt te hebben bij de armsten der armen, in Ambikapur op 13 december 2001."
Op deze doodsbrief worden, vóór de namen van zijn zuster en broers, vermeld:
"Eerw. Pater Provinciaal M. Rotsaert
Eerw. Pater Procurator Ch. Verhezen met de hele Congregatie."
Onderaan deze doodsbrief staat: "Met veel dank voor de goede zorgen die 'zijn mensen' in Dhanwar hem gegeven hebben."
BIOGRAPHY: Op zaterdag 12 januari 2002 om 11 uur was er in de O.-L.-Vrouwkerk van Melsele een Eucharistieviering te zijner nagedachtenis.
De kerk was overvol. De indrukwekkende en ontroerende dienst duurde twee uur. Pastoor Palmeer De Kesel ging voor samen met paters jezuïeten, waaronder een Indiër. Een neef van pater Sidon, die veel voor de financiële ondersteuning van de missie heeft gedaan en ook ter plaatste is geweest, gaf een uitvoerig verslag van de laatste dagen van zijn oom pater.
Getuigenis door Francis (= Geert Maes) - nadienst Father Sidon Maes, SJ - parochiekerk Melsele 12 januarí 2002.
"15 december, 5 uur in de namiddag - Dhanwar. Net voor het neerlaten van de kist breken de dorpelingen het handvat van pater Maes zijn wandelstok af.
Het handvat wordt aan mij overhandigd, de stok zelf moest mee de kist ïn. Hetzelfde gebeurde met zijn zaklamp - de korakus (*) wisten dat hij bang was voor slangen.
(*) korakus = de stam waartoe de lokale junglebevolking rond Dhanwar behoort.
Ook het klein arbitersfluitje: hij was immers de laatste maanden bijzonder bang voor de naxelites - een moordende bende die blinde terreur zaait onder de junglebevolking. Als ze zouden aanvallen zag hij voor zichzelf nog de taak weggelegd iedereen door middel van het fluitje in te lichten.
Hij was de best geplaatste - hij kon toch niet meer slapen van de pijn en hoorde alles. Hoewel hij er geen geluid meer uitkreeg - hij was te zwak geworden - bleef hij oefenen tot die tweede december.
Toen we hem op die dag - 2 december - naar het dichtst bijzijnde ziekenhuisje voerden had niemand van ons gedacht dat het einde zo nabij was.
Hijzelf heeft het wel aangevoeld, want hij weigerde aanvankelijk en was overtuigd de tocht van meer dan 100 km door de jungle niet meer aan te kunnen, het zou zeven uren duren. We hadden echter geen keuze om hem over te brengen gezien hij al zo zwak was en bovendien nu ook aan malaria leed.
"Laat me hier toch sterven alstublieft, midden mijn mensen - hun aanwezigheid is veel belangrijker dan al die dure medicijnen van dat ziekenhuis ginder ver - dàt is wat ik wil en niks anders."
We dierven niet gehoorzamen,
wèl toen hij zijn wensen veranderde op het moment dat we vertrokken:
"Rijdt nog eens rond de kerk die ze hier aan het bouwen zijn, ik had ze zo graag gezien als ze klaar zou zijn, maar ze moet later voor alles dienen voor de kinderen, niet alleen als kerk."
We zijn er drie maal rond gereden, hij weende.
"En als ge me hier terug brengt zal ik dood zijn en wilt ge me dan daar naast de grot begraven ? Houdt alles zo eenvoudig mogelijk en verwittig alle korakus."
Alle kinderen van de missie deden ons wuivend uitgeleide:
"Jaldi wapas ayege Father" - kom snel terug.
Van malaria herstelde hij verbazend vlug. Algemeen bleef hij echter te zwak om de terugtocht aan te kunnen.
Hij werd er zenuwachtig om.
"Nog een beetje geduld" zei ik hem.
"Neen, neen, voor zoiets heb ik geen geduld;
kom we vertrekken - mogen of niet."
"Kijk, we spreken af: op 14 december, vrijdag, gaan we terug - OK ?"
"Zeer goed - dank u wel."
Maar allerlei complicaties traden op, een echt ziekenhuis was de enige oplossing. Maar minstens 20 uren jeep en nauwelijks wegen, het was niet meer haalbaar. Het lijden was niet meer om aan te zien, dag en nacht huilend van de pijn.
Zoals steeds, zijn geheugen nog fenomenaal en de stem nog glashelder:
"'t Is verschrikkelijk, maar we moeten het aan OLH opdragen en vooral aan alle korakus. Dank u wel voor alles dat jullie gedaan hebben, echt verschrikkelijk. En zeg dat toch tegen allen daar in België, zeg het hun toch, zeg het hun toch..."
Ik stuurde iemand op motto naar Dhanwar om onze drie laatste vondelingetjes, nog peuters, te gaan halen.
Hij zou hier erg blij om geweest zijn - ze kwamen om 3 uur 's nachts aan in Ambikapur ziekenhuis, te laat.
Misschien toch niet, ze lachten omdat ze na zoveel dagen hun toeverlaat terug zagen.
Na lang onderhandelen, kregen we van de lokale autoriteiten de toelating het lichaam terug naar de missie te brengen. Dit was 's anderendaags, op 14 december.
De korakus hadden ondertussen een eenvoudige kist gemaakt die gelukkig net in de jeep kon. Samen met de drie vondelingen was ik bij pater Maes op 14 december in de jeep gedurende zijn laatste tocht van Ambikapur stadje naar onze missie.
Op een 10 km van Dhanwar vandaan werden we opgewacht door de studenten en dorpelingen - een ontelbare massa.
Ze hadden spandoeken gemaakt:
"Welkom thuis"
"Blijf nu ook vanuit de hemel onze Vader"
"We missen je, maar weten dat je bij ons bent en blijft - dank je"
...
Het was reeds donker, de studenten wilden de laatste trip te voet doen en droegen de kist op de schouder.
Het werd een aandoenlijke tocht, gezang en dansen begeleidden hem onder volle maan.
Dit ging een hele nacht door in onze hal waar pater Maes werd opgebaard.
Deze ruimte was omgevormd tot een jungle, met bloemen, struiken, bomen
en de indringende geur van wierook.
Alleen de paaskaars, in Melsele door meneer Pastoor aan mijn oom meegegeven, verlichtte de zaal. Meer en meer volk stroomde toe, de meesten verbleven buiten en zongen van daaruit mee.
's Anderendaags, tegen 9.30 u., kon de eigenlijke begrafenis beginnen.
Mensen bleven toekomen, sommigen 18 uren te voet, sommigen - de kreupelen op handen en voeten.
Ook pater provinciaal, de bisschop en zovele paters jezuieten waren ter plaatse geraakt.
Maar aan de aanwezigheid van de kreupelen, de arme dorpelingen en de kinderen, zal hij ontegensprekelijk het meeste vreugde beleefd hebben - die droeg hij in zijn hart: de verschopten en verdrukten.
Tijdens de dienst kregen de kinderen te eten en te drinken, hier moet hij bijzonder gelukkig om geweest zijn - hij werd immers gek van woede als de kinderen te laat eten hadden of als de rijst niet genoeg gekookt was.
De rijst was goed gekookt, en nog beter: voor ieder was een ei voorzien.
De dienst duurde bijna 8 uren. Dit ondermeer doordat voor onze studenten de spanning vaak te groot werd, zodat ze begonnen te zingen.
Omdat hun gezangen dan alles overheersten, diende de dienst onderbroken te worden.
Tegen vijf uur 's avonds kon de kist worden neergelaten in de grafkelder die 's nachts door de korakus werd gemaakt, jawel: naast de grot.
Het verdriet en de verslagenheid waren toen tè groot.
Iedereen werd plots heel stil, men vroeg me enkele afscheidswoorden te zeggen:
Dearest uncle,
Donderdag 13 december - 8.30 u. 's avonds.
Vanaf dat moment wisten we: niks zal ooit nog als tevoren zijn voor ons allen. De eerste dag van de rest van ons leven.
We wensen je het beste voor je laatste reis.
Als ik je verliet zei je steeds: Wees toch voorzichtig.
We vragen je nu hetzelfde, maar weten: de reis zal niet lang zijn voor je.
Vorig jaar kocht ik je samen met Manoj je ticket voor België.
Nu is je jou ticket voor de hemel bezorgd,
bezorgdheid voor paspoort en visa zijn overbodig deze keer.
Als ik je "bye bye" wens, is het niet alleen tot jou als oom.
Het is evenzeer vaarwel aan een naaste bondgenoot,
iemmnd die me volledig verstond in onze gezamenlijke strijd voor Dhanwar.
Je herinnert je hoe erg ik het vond dat je op de leeftijd van 77 Dhanwar opstartte.
Midden in de jungle en alleen een lemen hut. Maar je toewijding voor de armsten had geen grenzen,
je vond het allemaal normaal.
Dit was niet zo voor ons in België: Wij redeneerden als mensen, jij als een heilige.
Je weet beter dan wie ook hoe moeilijk het vaak was in Dhanwar,
eens weenden we samen als kinderen.
Zoveel zaken waren echt onmenselijk.
Maar weet wat we overeenkwamen een paar dagen geleden:
Laat ons naar de toekomst kijken en niet naar de tegenslagen en tegenwerkingen in het verleden.
Houd je belofte deze keer, je maakte je te vaak diepe zorgen over zaken die zelfs jij niet kon veranderen.
Je legde me vorige week uit wat je van mij verwacht voor jouw Dhanwar.
Maar hoe zal ik dit doen nu je er niet meer bent?
Ik ben bang, geloof me, erg bang omdat ik weet dat ik je zal ontgoochelen.
Als je me gidst, kan het misschien toch wel lukken.
Maar houd toch maar best voor ogen wat je niet geloofde:
Ik heb níet zoveel moed als jij.
Ik kan niet als jij op de tafel kloppen van ontgoocheling als het nodig is.
Ik verlaat je nu voor Belgie.
Ik hoor je nog zeggen de laatste keer:
"Please come back soon - without you I feel all alone"
Kom aub vlug terug - anders voel ik me zo alleen.
Ik zal vlug terugkomen deze keer.
Maar ik voel een beetje dat ik geen afscheid moet nemen.
Nu gaan we samen naar België - is dit OK ?
Blijf ook in Dhanwar, ook hier heeft iedereen je zo hard nodig.
Ik hield mijn belofte dierbare oom.
Ik zei je: Op 14 december gaan we terug naar Dhanwar
en ik keer niet terug naar België vooraleer je beter bent.
We kwamen terug aan in Dhanwar op 14 december
en ik keer nu tijdelijk terug naar België omdat je beter bent:
Je onmenselijke lijden is over, je bent aangekomen op je uiteindelijke missie!!
Bye-Bye
Your beloved Francis, missing you to much.
Je dierbare Francis - die je erg mist.
De dorpelingen en onze studenten herkenden zich in mijn afscheidswoorden.
Zij zelf konden dit niet verwoorden, ze zijn geen mensen van woorden maar van emoties. Sommige dorpelingen kropen al wenend half in de kist en moesten er met hulp van anderen terug worden uitgehaald; als tribals echt geraakt zijn kunnen ze hun gevoelens niet meer aan, en deze keer waren en zijn ze geraakt in het diepste van hun zelf-zijn.
Maar ze zijn ook mensen van hoop en moed:
Het graf wordt nu immers elke avond versierd met verse bloemen, wierook en kaarsjes.
De bedoeling is tijdelijk de Goede Geest van pater Maes - die we allen nodig hebben - gevangen te houden in het graf. Als de tijd klaar is, zal men de goede geest - door hulp van vuur - terug naar zijn kamer begeleiden en van daaruit verspreiden in elk van de jungledorpen.
Van dan af zal, voormeer zelf te eten 's avonds, de eerste rijstkorrel en de eerste druppel water aan pater Maes geofferd worden en dit op de plaats in het dorp waar zijn Goede Geest zal huizen.
Van onze korakus kunnen we veel leren, vind je niet ?:
stel u voor dat ook wij de kracht vinden zijn Goede Geest daadwerkelijk onder ons werkzaam te houden.
Geert Maes (Francis)."
Uit een e-mail van Geert op 1 mei 2004:
"Blij verrast met uw berichtje. Ik ben inderdaad Francis, zijnde Geert.
Mijn oom, Fr. Sidon Maes, starte in onze jungle hier de ashram Dhanwar.
Onze eerste studenten daar konden de naam Geert langs geen kanten uitspreken en noemden me spontaan Francis Kujur. Waarom weet ik nog steeds niet.
Kujur is een populaire "Ghottar" onder de tribalen hier.
Ik ben meestal in India, zoals nu ook. Ik heb een klein kantoortje in Ambikapur bij de paters Jezuiten, het laatste stadje voor onze jungle hier.
Hier is soms electriciteit en soms werkt de internet zelfs, zoals nu het geval is - vandaar dat ik je berichtje hier kon lezen.
Ik vergeet bijna te antwoorden op uw vraag: Uiteraard mag je de tekst zeker opnemen. De tekst had ik geschreven toen mijn oom pas overleden was hier in India. Ik was bij hem. Het was een heel raar gebeuren, ik dacht niet na, ik schreef de tekst in enkeleminuten zonder nadien ook maar iets te veranderen.
Samen met vele andere jesuiten trachten we hier het werk van mijn oom verder te zetten. Het is werken in moeilijke omstandigheden maar het loont de moeite. We zitten hier momenteel rond de 40 graden en de zomer (half mei - juni) moet nog beginnen. In juni ben ik in België, in juli keer ik dan terug.
met oprechte groetjes en veel dank,
Francis (euh,... Geert)"
- Uit: "Missionaris zijn is liefhebben", Dekenaat Temse, 2004, blz.50 (+ foto):
"Sidon Maes
Pater Jezuïet
Pater Sidon Maes is geboren te Kruibeke op 7 september 1919 in een christelijk boerengezin. Zijn jeugdjaren brengt hij door te Kruibeke, loopt kleuterschool bij de Zusters en nadien Lager Onderwijs in de Gemeenteschool, maar dan verhuist het gezin naar Melsele. Zijn zuster Celine is kloosterzuster te Kruibeke als "Zr. Francine", zijn broer César wordt ook priester. Sidon zou contact blijven houden met zijn Kruibeekse vrienden, o.a. met de familie Tindemans. Op zijn verjaardag, twintig jaar oud, op 7 september 1939 treedt hij in bij de Jezuïten te Drongen. Op 18 augustus 1946 vertrekt hij naar India en wordt daar tot priester gewijd te Poona op 3 december 1951. Eerst wordt hij medepastoor te Rengarih (1953) en Gangutoli (1954-1955) en na zijn laatste geloften op 2.2.1955, pastoor in Gumla (1955-1962), rector van Manresa House te Ranchi (1962 tot 1968) en novicemeester en rector te Sitagarha (1968 tot 1973). Hij oefent ook zes jaar deze functie uit te Pathalgaon, waar hij tevens parochiepriester wordt. Hetis van 1979 dat Sidon begint aan een immense taak van verkenning en stichting in het binnenland van Bairbandh (1980-1985), Khamhar (1985-1994) en ten laatste Dhanwar (1994-2001), waar hij de bezieler is van een groots ontwikkelingsproject, wat een uitzonderlijke sociale dimensie geeft aan zijn laatste werk.
Hij is op zijn missiepost de bezieler van S.O.S. Junglekinderen-India, in 1996 is zijn adres: Frater Sidon Maes S.J. Khamhar-Dhanwar, Mahdya Pradesh-India. Sidon is de spil van gans zijn missie, de jungle bij de Koraku-stammen, tussen beren en buffels. Getroffen door het immense werk en de noden van Sidon en helpers, zendt Mother Theresa vier medezusters naar de Koraku's om de ergste nood te lenigen. Sidon verricht immens werk bij de armsten der armen, de verstotenen die zelfs niet onder de paria's, de laagste klasse in India, mogen komen. In zijn Sociëteit geniet Pater Sidon Maes dan ook een groot vertrouwen, getuige daarvan de opeenvolgende benoemingen in Ranchi, Sitagarha en Pathalgaon. Hij is de grote vriend van de ver afgelegen landelijke bevolking in haast onbereikbaar heuvelland, de voorkeur voor deze uitgestotenen heeft hem tot zijn laatste uren bezield. De laatste tocht als stervende priester naar het ziekenhuis van Ambikapur was Sidon's laatste calvarie in louterend lijden en afscheid nemen. "Zijn dierbare neef die zijn oom heeft geholpen met alle mogelijke middelen, is de bevoorrechte getuige geweest van de bovenmenselijke inzet van een generatie Vlaamse Jezuïeten die na de Tweede Wereldoorlog het vuur van pater Constant Lievens in Chota-Nagpur en verderop hebben doen branden." Zo staat het geschreven in het ontroerende doodsprentje van deze Wase held van India, die met trotse "boerenkoppigheid" de armsten onder de armen heeft bijgestaan, wars van alle wereldse beschouwingen. Voor hem voorlopig geen aureool van heiligmaking, maar zijn gedachtenis leeft voort bij de meest verworpenen der aarde. God zal het hem lonen.
Hij overleed te Ambikapur op 13 december 2001, na 55 jaar missiewerk.
Hij werd in India begraven op dezelfde dag. Een maand later, op zaterdag 12.01.'02 te 11 uur, werd in de O.L.Vrouwkerk van Melsele een drukbijgewoonde Eucharistieviering gehouden."
(Research):vanaf jaarNICK: NICK Sidon
_CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
NOTE: _CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
OBJE: _SIF 0
OBJE: _SMC 1
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
_CRE: _CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:07
Bron
Titel: Doodsbrief
Bron
Titel: Doodsprentje
Bron
Titel: Uitvaartliturgie (boekje)
rleeuw, waarna directeur van de zusters Maricolen te Lede.
Hij verbleef tenslotte sinds 1993, als directeur-emeritus bij de Zusters Maricolen van Lede, te Dendermonde.
Daar bezocht ik hem in 2002.
BURIAL: Uitvaartplechtigheid in de parochiekerk van O.-L.-Vrouw te Melsele op zaterdag 12 juli 2008 om 11.00 uur.
Teraardebestelling op de gemeentelijke begraafplaats te Melsele.
(Research):vanaf jaarNICK: NICK Cesar
_CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
NOTE: _CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
OBJE: _SIF 0
OBJE: _SMC 1
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:54
_CRE: _CRE
DATE 26 JUL 2020
TIME 01:01:07
Deze HTML database is gemaakt met een geregistreerde versie van GED4WEB versie 4.44
Copyright 2025 Harry Truyman